Activiteit 4
Activiteiten in de kring
Leerdoel:
De kinderen kunnen lichaamsdelen (passief) aanwijzen en (actief) benoemen.
Waar?
Speellokaal
Hoe?
Klassikaal of in groepjes. De kinderen zitten in een kring.
Observatiepunten:
- Kan het kind benoemde lichaamsdelen aanwijzen
- Kan het kind aangewezen lichaamsdelen benoemen
Materiaal:

Toelichting bij de activiteit:
- Een kind ligt op de buik, later op de rug of in een andere positie in het midden. Tik een lichaamsdeel aan met de toverstaf. Het kind benoemt het aangetikte lichaamsdeel. Kies regelmatig een ander kind dat in het midden mag liggen.
- Tik vervolgens twee lichaamsdelen tegelijk aan. Het kind benoemt beide lichaamsdelen.
- Noem lichaamsdelen die bewogen moeten worden zonder aan te tikken. Het kind voert dit uit en verwoordt wat het doet, bijvoorbeeld: “Ik til mijn arm op” of “Ik beweeg mijn pink”.
- De kinderen in de kring controleren of het goed gaat. Zij mogen ook suggesties doen. Geef kinderen ook eens de rol van leerkracht.
- Eindig met een klassikale opdracht:
- “Nu hinkel ik op één been”.
- “Nu schuif ik op mijn billen” etc.
-> ga naar de ledensite van de WSK-kleuteronderwijs.
Tilburg, januari 2021
Erica Ritzema
Onder redactie van: Hans Vermeer
Website/social media/vormgeving Lida Boonstra