De wijk bouwen
Kunnen de kinderen van bouwmateriaal een maquette maken van de buurt waarin ze wonen.
Een rondleiding door de wijk, daarna een kringgesprek en een bouwactiviteit in het klaslokaal
– De activiteit start met een wandeling door de wijk. Beperk de wandeling eventueel tot school en directe omgeving.
– Deze activiteit kan als inleiding worden aangeboden van een project dat bestaat uit een combinatie van activiteiten die hierna volgen. Spreid de activiteiten dan over meerdere dagen.
Kan het kind de wijk in grote lijnen en grofweg in juiste onderlinge verhoudingen nabouwen?
Kan het kind vertellen wat het heeft gebouwd en daarbij correct de positie- en richtingsbegrippen gebruiken?
Wereldmateriaal
kosteloos materiaal
expressiemateriaal
blokken
zandtafel
Start met een wandeling door de wijk. Bespreek daarna tijdens een klassengesprek de wandeling aan de hand van vragen als
• Hoe zijn we gelopen?
• Hoe ziet de wijk eruit?
• Welke bijzondere gebouwen staan in de wijk?
• Welk gebouw staat daar in de buurt/ er naast/ er links van?
Gebruik daarbij zoveel mogelijk de positie- en richtingsbegrippen zoals die in eerdere activiteiten zijn genoemd:
(positie en afstand:) naast – in – op – aan – om – onder links van – rechts van – bij – tegen – tussen – middenin – in het midden – aan de kant (van) – in een rij – in een kring – binnen – buiten – boven – beneden – voor – voorop – voorin – vooraan – achter – achterop – achterin – achteraan – vlakbij – dichtbij – ver weg – weg – terug – schuin – scheef.
(richting:) naar toe – hierheen – daarheen – erop – eraf – over – door – onder – uit – omlaag – omhoog – omheen – opzij – langs – tot – vandaan – verder – voorbij – omgedraaid – op z’n kop – op z’n kant – andersom – achteruit – vooruit – door het midden – achterover – voorover – heen en weer.
Maak eventueel foto’s tijdens de wandeling van markante gebouwen en objecten in de wijk. Gebruik die tijdens het gesprek en hang ze als herinnering en steun op in het lokaal.
Vertel de kinderen dat ze de wijk gaan nabouwen van bouwmateriaal (zie ‘materiaal’). Verdeel de kinderen in kleine groepjes. Elk groepje neemt een gedeelte van de wijk voor haar rekening.
Tijdens het opbouwen kan gepraat worden over de rangschikking van huizen, straten, pleinen en bijzondere gebouwen. Hierbij komen vanzelfsprekend de begrippen aan de orde die plaats en richting aanduiden. In zo’n gesprek kan ook besproken worden of de kinderen het een leuke wijk vinden, of je er leuk kunt spelen (zijn er speelplaatsen en speelstraten genoeg?).
Het is ook mogelijk om (in plaats van te knutselen) wereldmateriaal te gebruiken, zodat het werk minder tijd kost.
De maquette vormt het uitgangspunt voor diverse groepsgesprekken en opdrachten die in volgende activiteiten beschreven worden.
Tilburg, april 2021
Erica Ritzema
Onder redactie van: Hans Vermeer
Website/social media/vormgeving Lida Boonstra