Activiteit 13
Klein Duimpje
Leerdoel:
De kinderen kunnen een gemarkeerde route lopen.
Waar?
In de speelzaal of buiten.
Hoe?
Dit is een klassikale activiteit en kan ook gebruikt worden als afsluiting van een andere activiteit.
Zet in het lokaal een route uit door wat hindernissen neer te zetten. Bijvoorbeeld een bank als boomstam, een plank als brug tussen twee banken.
Gebruik tijdens de activiteit de begrippen ‘heen(weg)’ en ‘terug(weg)’. De kinderen hoeven deze begrippen nog niet te beheersen.
Observatiepunten:
- Kan het kind een route markeren met steentjes?
- Kan het kind de gemarkeerde route lopen?
Materiaal:
- bank(en)
- plank(en)
- een mandje met kiezels
- blinddoek

Toelichting bij de activiteit:
- Vertel vooraf het verhaal van Klein Duimpje. Vertel de kinderen dat ze het verhaal gaan naspelen. Een van hen krijgt de rol van Klein Duimpje. Het lokaal vormt het bos met obstakels (boomstam – brug – bomen). Wijs een plek aan die het huis van Klein Duimpje voorstelt..
- Eén kind wordt geblinddoekt of krijgt een masker voor. Neem het kind bij de hand en loop met hem/haar een route tussen de obstakels door. Vlak achter het geblinddoekte kind loopt Klein Duimpje die steentjes neerlegt. De blokjes mogen niet te ver uit elkaar liggen. Als het geblinddoekte kind in het bos is gebracht, gaat de blinddoek weg en vraag je: weet je hoe je hier in het bos bent gekomen? Zoek nu zelf de weg terug naar huis. Het kind loopt nu zelfstandig de route terug naar de beginplek. Herhaal dit met andere kinderen.
- Er zijn verschillende mogelijkheden om te differentiëren:
- loop telkens een nieuwe route
- verander de opstelling van de route
- laat ook kinderen optreden als begeleider
- gebruik kraaltjes of fiches in plaats van steentjes
Tilburg, maart 2021
Erica Ritzema
Onder redactie van: Hans Vermeer
Website/social media/vormgeving Lida Boonstra